Wat is de betekenis van sporen?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

sporen

sporen - Werkwoord 1. met de trein reizen De forensen sporen omdat er op de weg teveel files staan. 2. erbij passen De nieuwe medewerkers sporen niet met de huidige bedrijfscultuur. sporen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van h...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

sporen

sporen - regelmatig werkwoord uitspraak: spo-ren 1. met de trein reizen ♢ Leonard spoort elke dag van Zaandam naar Amsterdam 2. erbij passen, ermee in overeenstemming zijn ♢ deze plannen sporen...

2024-04-27
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Sporen

Sporen - overeenstemmen (met iets). De evolutie in het rechtsdenken over directe en indirecte discriminatie hebben ze bij Sociale Zaken totaal gemist. Ze zijn nu hevig geschrokken, omdat ook het nieuwe stelsel voor de sociale zekerheid niet spoort met deze rechtsontwikkeling. de Volkskrant, 16-04-88 Duidelijk is ook dat de humeuren van Kohl veel m...

2024-04-27
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Sporen

Sporen zijn de van tevoren vastgestelde paden op onze levensweg; in zekere zin ons noodlot, waaraan we niet kunnen ontkomen. (Zie ook ‘Spoorweg’).

2024-04-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

sporen

1. de eencellige, meestal microscopisch kleine voortplantingscellen van de sporeplanten, b.v. van bacteriën, zwammen, mossen, paardestaarten, varens en van de sporediertjes; 2. ruitersporen, waarmee het paard wordt geprikkeld om hard te lopen; 3. de afdrukken van dierepoten b.v. in de sneeuw. De jager spreekt ook van „prenten”. Hi...

2024-04-27
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Sporen

voortplantingswijze van ééncelligen; zeer verschillend van aard (sexuele en asexuele ontstaanswijze) en vorm en functie; van de parasitaire sporevormende bacteriën en protozoa is wel het belangrijkste, dat hun sporen veelal bijzonder bestand zijn tegen bacteriedodende middelen, zodat ze een soort overlevingsstadium vormen dat lat...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Sporen

v., spoare.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

SPOREN

I. (spoorde, heeft gespoord), 1. van sporen voorzien. 2. de sporen geven (aan een paard). 3. aansporen. II. (spoorde, heeft en is gespoord), 1. in eenzelfde spoor lopen: die wagen spoort goed, de achterwielen volgen juist de sporen van de voorvielen. 2. per spoor reizen: naar Amsterdam sporen; de hele dag sporen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Sporen

voortplantingscellen bij de lagere planten. Worden gevormd binnen een omhulsel (sporangium van schimmels en varens) of door afsnoering van een bepaalde cel (badiosporen bij schimmels). Verspreiding actief (door trilharen) of passief (door wind- en luchtstromingen).