Wat is de betekenis van spoel?

spoel - Zelfstandignaamwoord 1. (techniek) een cilindrische vorm (klos) waaromheen een vezel of draad gewonden kan worden (bij het spinnen, weven of machinaal naaien) ♢ Ook bij grote motieven hoeft u niet meer met borduren te stoppen, om er weer een zelf opgewonden spoeltje met garen in te doen....

Spoel - (Vlaams) het Spoelberginstituut te Leuven: naar de Spoel gaan.

houder voor een rol van film of magneetband bestaande uit een kern waaraan aan beide zijden een ronde flens is bevestigd om de rol op haar plaats te houden.

spoel - Te gebruiken voor cilindervormige toestellen die worden gebruikt om iets op te winden.

1. klos waarop gesponnen garen wordt gewikkeld; bij het spinnen en ook bij het weven in gebruik; zie ook naaimachine; 2. in de elektrotechniek: nauwkeurig om een klos gewikkelde windingen van stroomdraad; zie inductie, zelfinductie, draaispoelmeter.

Jacob; geb. Rotterdam 18 oktober 1820, overl. aldaar op 30 oktober 1868. Leerling van het genootschap ‘Hierdoor tot Hooger’ te Rotterdam. Aanvankelijk zou hij onderwijzer worden, maar zijn liefde voor de schilderkunst liet zich gelden. Kreeg les van W. H. Schmidt, die zich later te Delft vestigde, zodat J. Spoel hem enige dagen per week...

garingtol of -spil; rolletjie van kamera; skag van veer, gespoel, grond wegvoer, slote maak, uitkalwe; reinig, afspoel.

s., spoel.

...