Wat is de betekenis van spie?

1) (1899) (Barg.) cent. Ook als verzamelnaam: geld. Jordaanmeisjes zongen begin twintigste eeuw: 'Onder de brug van Kakke Mie, kun je kakken voor een spie. Als je daar niet gauw betaalt, wor-je door de stront gehaald.' Vervorming van specie (klinkende munt) of Rotwelsch 'Spiesz'? Omdat spie op een kleinigheid duidt, zou het ook een verwijzing kunne...

spie - Zelfstandignaamwoord 1. (techniek) een plat of rond, toelopend voorwerp dat wordt gebruikt om iets stevig mee vast te zetten, of bijv. een stuk hout te kloven ♢ De steigerpijpen worden met spieën vastgezet. 2. (techniek) een stukje metaal dat in een groef van een (motor-) as ligt op...

cent In 1901 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke geeft onder meer als voorbeeldzin: ‘De jongens onder mekaar zijn eerlijk als goud, der mag geen spie aan mankeeren en is d’r eens een misslaander bij, dan slaan ze ’m h...

spie - zelfstandig naamwoord 1. honderdste deel van een gulden ♢ ik had geen spie meer in mijn portemonnee 2. met twee schuine vlakken toegespitst hout, waarmee je iets vast kunt zetten ♢ ik heb er een spie i...

(zn) driehoekig perceel TM.

(kleine wig; de betekenis cent berust op het aspect ‘klein’), cent; (als collectief) geld: Straatjongen ... zoekt er een mooie (sinaasappel) uit. ‘Die voor een spie?’ ‘Dank je khost meer ingekhoch ... Hierzoo die kan je krijge voor ’n cent’, ABRAMSZ 32.

Een spie (ook wig) is stukje hout (1) of metaal (1) in de vorm (1) van een prisma dat wordt gebruikt om te klemmen of te splijten.

metaal- of houtwig, pen.

(Barg.) cent.