Wat is de betekenis van sleutel-op-de-deur?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

sleutel-op-de-deur

sleutelklaar. waarbij tijdens de bouw van een project de voorbereiding, het ontwerp en alle bijkomende zaken door de opdrachtgever helemaal aan de opdrachtnemer worden overgelaten en de opdrachtgever na voltooiing van het project alleen nog maar de sleutel hoeft om te draaien om zijn intrek te kunnen nemen; sleutelklaar; turnkey. Voorbee...

2024-04-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

sleutel-op-de-deur

sleutelklaar Om de zes maanden komt er een brief van de zussen uit Amerika. Het gaat hen voor de wind. Ze hebben het korset afgedankt en dragen platte hakken. Kopen en verkopen gronden. Beleggen in real estate. Bouwen huizen ‘sleutel op de deur’. Heel modern, maar met ouderwets metselwerk. (Monika van Paemel, De vermaledi...

2024-04-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

sleutel-op-de-deur

(de) sleutelklaar van woningen, meteen bewoonbaar, turnkey. Gaat het over de klassieke relatie bouwheer/architect, of over sleutel-op-de-deur? - LN, 27-02-2003.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)