slachten
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
(slachtte, heeft geslacht), (thans gew.) gelijken op, overeenkomen met, aarden naar: hij slacht zijn vader (datief); je slacht mij, ik houd er ook niet van, in dat opzicht komen wij overeen; — (spr.) hij slacht de kat die altijd op haar poten terechtkomt, hij weet zich altijd uit de verlegenheid te redden.
Wiktionary (2019)
slachten - Werkwoord 1. (ov) een dier doden voor het vlees of als offer. ♢ Zij slachtten een lam voor het feestmaal. 2. lijken op
Muiswerk Educatief (2017)
slachten - regelmatig werkwoord uitspraak: slach-ten 1. een dier doden om het op te eten of te offeren ♢ het lam voor het feestmaal werd geslacht Regelmatig werkwoord: slach-ten ik slacht ...
Fink (1998)
Een begrip dat negatief handelen symboliseert. Wanneer we hierover dromen, dan zouden we moeten overwegen of we misschien plannen hebben, die onze goede reputatie zouden kunnen schaden. De slager is dus een man, die ons bijtijds voor een dergelijke slechte naam waarschuwt.
Anton van Oirschot (1985-1986)
vroeger, tot en met de Tweede Wereldoorlog, vooral huisslachten; het doden van vee, bestemd voor voedsel. Ook genoemd: slagen, dooddoen, kielhalzen, omtrekken, uitmessen, afmessen, een op de bak rukken. Het te slachten dier is dan afgemest, slachtklaar, gaar, bekwaam of morig. Het slachten wordt gevolgd door een kanenfeest, pensfeest, varkensfoor,...
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., slachtsje; bij het — mee-, tegenvallen, goed, min útslachtsje; bij het — aan gewicht verliezen, ynslachtsje.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: