Wat is de betekenis van schipper?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schipper

m. (-s), SCHIPPERTJE, o. (-s). 1. gezagvoerder van een schip (in de spreekt, alleen in toepassing op die van kleine schepen, als rechtst. in meer alg. zin); — (fig.) hij is schipper te voet geraakt, hij is afgezet, uit zijn betrekking ontslagen; — schipper en stuurman tevens zijn, besluiten nemen en ze zelf uitvoeren; 2. o...

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schipper

schipper - zelfstandig naamwoord uitspraak: schip-per 1. iemand die voor geld een schip bestuurt ♢ de schipper bracht het schip met zand naar Antwerpen 1. schipper te voet zijn [zonder baan]...

2025-07-15
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Schipper

Gerrit ; ged. Amsterdam 13 september 1775, overl. Londen ca. 1832. Woonde en werkte in Amerika en Londen. Miniatuurschilder en tekenaar van portretten.Scheen 1970.

2025-07-15
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Schipper

Schipper - zie A. H. (‘Akkie’) Remkes.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schipper

s., skipper; — zijn, skipperje.

2025-07-15
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Schipper

schepper; wegwerker.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)