Wat is de betekenis van schillen?

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

schillen

schillen - regelmatig werkwoord uitspraak: schil-len 1. ergens het buitenste laagje vanaf halen ♢ hij schilde de aardappels met een mesje Regelmatig werkwoord: schil-len ik schil jij/u s...

2024-04-27
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

schillen

1. In enkele toep., bijv. m. betr. t. tomaten: pellen. Dompel de tomaten even in kokend water om ze te schillen, Kookkunst 4, 34 (c. 1977). 2. Van pers. en zaken: van elkaar afwijken in eigenschappen, in waarde, in omvang enz.: (onderling) verschillen, schelen. Uw kinderen schillen toch maar een goei jaar, hé? Gehoord te Boom...

2024-04-27
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Schillen

I.(bosb.) (1) Het afknagen of afscheuren van de bast van het hout door wild of vee (z. Schilschade). (2) Het ontschorsen van de stam voor het winnen van de bast (meest looibast) (z. Bastwinning). (3) Het ontschorsen van naaldhoutstammen ter voorkoming van de ontwikkeling van schadelijke schorskevers. (4) Het ontschorsen van het hout ter verkrijg...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Schillen

v., skile; aardappels —, ierappelskile, jasse, jasje.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Schillen

(schilde, heeft geschild), 1. van de schil ontdoen: appels, peren schillen; — (fig.) een appeltje met iem. te schillen hebben, zie Appel; — tenen, hennep schillen; een boom schillen, van de schors ontdoen; — ontbolsteren: noten schillen; — doppen, pellen: amandelen s...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

schillen

schilde, h. geschild (van de schil ontdoen), een appel Z.-N. verschillen, schelen; zie appel II.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

schillen

('schillən) (schilde, heeft geschild) van de schil ontdoen : aardappelen, peren, een boom -. → appel, ei. Syn. → doppen.

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Schillen

(schilde, heeft geschild), 1. van de schil ontdoen: appels, peren schillen; een boom schillen, van de schors ontdoen; ontbolsteren: noten schillen; 2. gepeld kunnen worden: gekookte eieren schillen gemakkelijk, als men ze laat schrikken; 3. dat mes schilt gemakkelijk, is gemakkelijk om mee te schillen. Schiltechnieken die in de industrie worden to...