Wat is de betekenis van Schie?

v. (-ën), (Zuidn.) spie, wig.

schoenen; Nieuwhoogduits Schuhe.

een waarsch. gegraven water, dat eertijds van Delft tot het dorp Overschie liep, later tot de Maas verlengd. Naar de S. is het hoogheemraadschap Schieland genoemd.

is de naam van een oorspronkelijk gedeeltelijk gegraven, gedeeltelijk natuurlijk water. Het gegraven gedeelte loopt van Delft tot „de Kandelaar” bij Overschie en droeg in de Middeleeuwen de naam „Delf”, daarna „Schie”; het natuurlijke gedeelte was de voortzetting van het watertje, dat achtereenvolgens Striclede en Lede heette. De Schie gaf haar naa...

v. schieën (Z.-N. spie, wig).

(van scheiden) wig, spie. In ZuidBeveland spreekt men van een schie (een wigvormige strook) in het bouwland.

Vaart in de prov. Z. Holland, die zich van de stad Delft in Z. O. richting tot nabij Overschie en verder in Z.W. richting tot de Maas te Schiedam uitstrekt. Ze is wellicht leeds in den Romeinschen tijd gegraven. Uit het S. zijn van Overschie zijtakken gegraven naar Delfshaven en Rotterdam (Delfshavensche S. en Rotterdamsche S.). Het gedeelte bij...

(schi:) o. rivier in Zuidholland.

Ned. water in de prov. Zuid-Holland, van Delft naar de Maas. In de middeleeuwen was Overschie (Ouwerschie) voorhaven, maar door de voortgaande aanslibbing en inpoldering kwam deze plaats in het binnenland te liggen en ontstond aan de Buitenschie, die ook werd afgedamd, in de 13e eeuw het dorp Schiedam. Naast de Schiedamsche Schie ontstonden later d...