rijke stinkerd
(1934) (smalend) rijk iemand. Volgens bepaalde bronnen zou de uitdrukking te maken hebben met het feit dat gelovigen vroeger veel geld moesten neertellen om in de kerk dicht bij God begraven te worden. Als de koster in de winter de kachel aanstak, was de lijklucht dan ook niet te harden. Stinken had vroeger evenwel een veel bredere betekenis dan nu...