Wat is de betekenis van Rest?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Rest

v. (-en), 1. wat overblijft of gebleven is: de rest van het gebruikte materiaal; resten van een maaltijd; — (in ’t bijz.) wat overblijft na het volvoeren van een rekenkundige bewerking: die deling gaat op zonder rest; wat uit een vroegere tijd is overgebleven : resten van vroegere schoonheid; 2. wat nog blijft voor...

2025-07-15
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Rest

Zie Restina

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

rest

rest - zelfstandig naamwoord 1. wat nog over is ♢ de rest van de vakantie gaan we wandelen 1. stoffelijke resten [het lichaam van een dode] 2. voor de rest ...

2025-07-15
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

rest

1. De nog resterende slagen. 2. Uitdrukking gebruikt door een speler die alle resterende slagen wil claimen.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

rest

al de rest (de rest, vgl. tout le reste)