rechterzijde
rechterzijde - zelfstandig naamwoord uitspraak: rech-ter-zij-de 1. de kant die rechts zit ♢ Michelle had pijn in haar rechterzijde Zelfstandig naamwoord: rech-ter-zij-de de rechterzijde Synoniemen rech...
Muiswerk Educatief (2017)
rechterzijde - zelfstandig naamwoord uitspraak: rech-ter-zij-de 1. de kant die rechts zit ♢ Michelle had pijn in haar rechterzijde Zelfstandig naamwoord: rech-ter-zij-de de rechterzijde Synoniemen rech...
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. zijde rechts van iem. of iets : pijn in de rechterzijde hebben ; — (in de vergaderzaal der volksvertegenwoordiging) de zijde rechts van de voorzitter, die door de leden van de behoudende partij wordt ingenomen ; 2. (vandaar) de conservatieve partijen: de rechterzijde onthield zich bij de stemming.
Winkler Prins (1949)
benaming voor de conservatieve en/ of nationalistische partijen, hierop terug te voeren, dat voorheen in het Fr. parlement de behoudenden aan de rechterhand van de voorzitter zaten. In Ned. duidde men met R. speciaal de Christelijke partijen aan. Thans behoren tot de R. in Ned.: de Anti-Revolutionnairen, de Staatkundig Gereformeerden, de Christ.-Hi...
M. J. Koenen's (1937)
v. rechterzijden (1 zijde aan de rechterhand, aan de rechterkant van het lichaam; 2 de leden ener volksvertegenwoordiging, die aan de rechterkant zitten, van de voorzittersstoel af gerekend; inz. in ons land: de Christelijke partijen [in de Kamer]): 1. hij zat aan de rechterzijde van den gastheer; gewond in de rechterzijde; 2. de rechterzijde stem...
Jozef Verschueren (1930)
('rechtər) v. (-n) I. Eig. 1. Algm. zijde rechts : aan de van de gastheer; hij liep aan de - of ter van de koning. 2. zijde rechts van de voorzitter, als men naar hem kijkt, in de vergaderzaal van de volksvertegenwoordiging. II. Metn. [van I 2] partij die zich aldaar bevindt: alleen de stemde voor.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Rechterzijde. - Hieronder verstaat men in de politiek in het algemeen de behoudende partijen. Hier te lande ook wel de Christelijke partijen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m., 1. zijde aan de rechterkant: pijn in de rechterzijde hebben; 2. zijde rechts van iemand of iets: de rechterzijde van het gebouw; ter, aan de rechterzijde, rechts; (in de vergaderzaal van de volksvertegenwoordiging) de zijde rechts van de voorzitter, die door de leden van de behoudende partij(en) wordt ingenomen; 3. (vandaar) de conservatie...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: