benaming voor de conservatieve en/ of nationalistische partijen, hierop terug te voeren, dat voorheen in het Fr. parlement de behoudenden aan de rechterhand van de voorzitter zaten.
In Ned. duidde men met R. speciaal de Christelijke partijen aan. Thans behoren tot de R. in Ned.: de Anti-Revolutionnairen, de Staatkundig Gereformeerden, de Christ.-Hist., de Kath. Nat. Partij (Welter) en traditioneel ook nog de Kath. Volkspartij.
In Belg.: de Christel. Volkspartij.