Randdebiel
Randdebiel - informele jeugdtaal voor ‘onhandig iemand; iemand die zich vreemd gedraagt’. Ook wel randmongool. ‘Ik mot,’ brieste Frank, ‘gotverdomme geen kulassiek van een gehersuspoeldeh randdebiel van fan Breukhovu.’ Oor, 30-11-91 Maar met de eerste interviews heb ik al gemerkt dat het schijnbaar niet zo werkt. Dan denk je: zijn wij zo’n stel ra...