Wat is de betekenis van Procurator?

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Procurator

(prokurator) beheerder van geldzaken in een klooster; ambtenaar die geldelijke belangen waarnam in het oude Rome (gesch.); vertegenwoordiger van de Nederlandse bisschoppen

2024-04-27
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

procurator

procurator - Te gebruiken voor keizerlijke functionarissen van het oude Romeinse Rijk aan wie, als vertegenwoordigers van de keizer, het beheer van de financiële zaken van een provincie was toevertrouwd.

2024-04-27
XYZ van de Grieks-Romeinse Oudheid

Jos Liefrink (1989)

Procurator

Procurator - Zaakwaarnemer of, in het huishoudelijke leven, slaaf die de gehele huishouding bestuurde. Tijdens het Keizerrijk was de procurator de beambte die in de keizerlijke provincies het geldelijk beheer kreeg toegewezen en aldus de taak van de quaestores overnam. Procurator was ook de titel voor een gouverneur, aangesteld over een kleinere p...

2024-04-27
Kerkelijk woordenboek

Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)

Procurator

(= verzorger), voornamelijk van de stoffelijke belangen van een klooster enz. ook wel provi’sor of syn’dicus genoemd. De Procurator van het Nederlandsch Episcopaat te Rome is de tusschenpersoon tusschen de → Nederlandsche Kerkprovincie en de → Romeinsche Congregaties. Ook de groote kloosterorden hebben procurators bij d...

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Procurator

beheerder der financiën van een klooster

2024-04-27
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

PROCURATOR

heet in het kerkelijk recht een plaatsvervanger, bijv. bij algemene concilies, bij kerkelijke rechtsgedingen. Degene, die bij de H. Stoel de belangen van een orde of congregatie vertegenwoordigt, wordt generaal procurator genoemd.

2024-04-27
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

procurator

1. gevolmachtigde, zaakbezorger; 2. procurator, stadhouder.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Procurator

(Lat.), m. (-s, -en), 1. (Rom. gesch.) ambtenaar die ’s keizers geldelijke belangen in zijn provinciën waarnam, naast en onder de legaat of praeses; 2. (R.-K.) gekozen en gemachtigd beheerder van de stoffelijke aangelegenheden van een geestelijke stichting, inz. van een klooster; administrateur.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Prōcūrātŏr

ōris, m. 1. in ’t alg., verzorger, bestuurder, beheerder, plaatsvervanger, regni, Caes. 2. in ’t bijz., rentmeester, zaakgelastigde (van een grondbezitter); beheerder der keizerlijke inkomsten (zowel te Rome als in de provincies), procurator, pr. Caesaris, Tac., pr. Iudaeae, Tac.