Wat is de betekenis van poedel?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

poedel

Het begrip poedel heeft 4 verschillende betekenissen: 1) gezelschapshond met geschoren kroesvacht. hond met een kleine tot middelgrote gestalte en een kroesvacht die in de regel wordt geschoren, behalve op de pootgewrichten en de borst, die wordt gehouden als gezelschapshond en showhond en die de roep heeft een juffershondje te zijn. 2)...

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

poedel

1) (1905) (Barg.) politieagent, rechercheur. • poedel, agent van politie. (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Meermalen wordt een diender aangeduid met een term die eene soort van hond beteekent: de heer Stoett vermeldt hd. teckel, voor Zutfen geeft hij poedel, voor Amsterdam kip, dat, zooals hij opmerkt, een der Bargoensche woord...

2024-04-28
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

poedel

politieagent In deze betekenis in 1905 voor het eerst aangetroffen, in een krantenartikel van F.A. Stoett in De Amsterdammer over enkele Bargoense namen voor ‘politieagent’. Stoett noemt het een typisch ‘Zutphens’ woord, maar ook toen was het al elders bekend. In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal...

2024-04-28
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Poedel

Poedel - misschot bij het schijfschieten. Van poedelen = morsen, knoeien. De term komt eigenlijk uit het kegelspel.

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

poedel

poedel - zelfstandig naamwoord uitspraak: poe-del 1. zwart of wit hondje met krulletjeshaar ♢ die poedel moet nodig naar de hondentrimmer! Zelfstandig naamwoord: poe-del de poedel de poe...

2024-04-28
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

poedel

(de; -s) SP - mislukte slag, slecht geslagen bal, bv. bij het kolven als de kolfspeler de paal bij de opklap of puntenklap mist (en daardoor geen punten scoort). Herkomst: mogelijk van poedelen (morsen)

2024-04-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Poedel

(Bargoens, verouderd) politieagent. Allerlei straatzwervers zochten er een nachthol, soms nog met den verschen buit in den zak en snakkend naar adem, na een vluchtvervolging van de gevloekte dofgajes of de loerende poedels. (Israël Querido, De Jordaan, 1912-1925) overdreven volgzaam iemand; schoothondje. Rabin vloerde ooit een aanhanger van te...

2024-04-28
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Poedel

Archetypisch symbool dat op de dr. Faust van Goethe wijst [‘Das also war des Pudels Kern’; dus dat zat er achter!]; met andere woorden: Alle geleerdheid is nutteloos wanneer men niet tot de essentie van de dingen doordringt, waarbij de duivel zich veelvuldig in de details bevindt.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Poedel

dat schud ik van mij af als een - van die verwijten, beschuldigingen trek ik mij niets aan. Informele uitdr.