Het begrip poedel heeft 4 verschillende betekenissen:
1) gezelschapshond met geschoren kroesvacht.
hond met een kleine tot middelgrote gestalte en een kroesvacht die in de regel wordt geschoren, behalve op de pootgewrichten en de borst, die wordt gehouden als gezelschapshond en showhond en die de roep heeft een juffershondje te zijn.
2) fatterige man.
man die overdreven gekapt en verzorgd is; man met een fatterig of nichterig voorkomen.
3) kruiperig iemand.
iemand die zich erg slaafs en onderdanig gedraagt tegenover een bepaalde persoon of groep.
In de regel met een voorzetselbepaling ingeleid door van om de persoon of groep aan te duiden tegenover wie de onderdanigheid geldt.
4) misstap of slechte worp.
handeling met ongunstige gevolgen of een slechte worp in een spel; misstap; miskleun.
