Wat is de betekenis van Plek?

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

plek

plek - zelfstandig naamwoord 1. bepaalde ruimte of punt in de ruimte ♢ op deze plek wil ik altijd blijven wonen 1. ter plekke [op de plaats zelf] 2. een blauwe plek ...

2024-04-26
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Plek

Plek - Vlaams voor rangschikking. 'Op de tweede plek eindigen': tweede plaats.

2024-04-26
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

plek

een vieze vlek Wie zijt gij,’ vroeg hij aan Pieter Fardé, ‘en hoe ligt gij hier als een vuile plek onder de zon?’ (Filip de Pillecyn, Pieter Fardé) In Belgisch-Nederlands zegt men over een besmeurd kledingstuk dat er 'plekken' op zitten. In Nederland zijn dat '(vieze) vlekken'. �...

2024-04-26
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

plek

(zn) lijm HP.

2024-04-26
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

plek

plek: plaats in het klassement van de wedstrijd. Het woord 'plek' vervangt hoe langer hoe meer het woord 'plaats'; 'ter plekke worden gelaten' betekent 'ronduit gelost worden'.

2024-04-26
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

plek

In Vlaanderen gebruikt voor rangschikking. ‘Op de tweede plek eindigen’: tweede plaats. Kijk, je weet natuurlijk dat je moet vechten voor je plek, anders hoef je niet mee te doen. (Vrij Nederland, 01/04/1989)

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

plek

(de, -ken) vlek, klad door inkt of vet. - plek maken voor iemand, plaats, ruimte maken voor iemand.

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

plek

1. Vlek, klad, inz. een vuile vlek door verontreiniging van iets met een natte, kleverige of vette stof: dat kleed zit vol plekken. 2. Ruimte die een pers. of zaak inneemt of kan innemen: plaats; - plek maken (voor iem., iets), plaats maken, ruimte maken. 3. Ter aand. van een zek...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

plek

vaste oord; ruimte; posisie; sitplek; op die plek, dadelik.