Wat is de betekenis van plegen?

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

plegen

plegen - regelmatig werkwoord uitspraak: ple-gen 1. het doen ♢ hij heeft een moord gepleegd Regelmatig werkwoord: ple-gen ik pleeg jij/u pleegt hij/zij plee...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Plegen

v.; (gewoon zijn), pliigje, (praet. p l i c h t (e), foar in gewoante, moade hawwe; (bedrijven), bidriuwe.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Plegen

I. PLEGEN (pleegde, heeft gepleegd), 1. (veroud.) zijn zorg over iem. of iets uitstrekken, zich aan iem. of iets laten gelegen liggen: toen deed zij haar dochters beloven haar zuster te plegen (Tollens); 2. (glasbl.) de geblazen voorwerpen met een pleegijzer in de koeloven rangschikken; 3. zich met iets bezighouden, iets uitoefenen of ve...

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

plegen

I. pleegde, h. gepleegd (1 verzorgen, vero.; 2 zich met iets bezighouden, iets uitoefenen of verrichten in verschillende toepassingen: bedrijven, doen); 1. zieken plegen; zie pleegbroeder; 2. afgoderij plegen, een afgod vereren en dienen; enigszins vero. (een) zonde (of: kwaad) plegen, zich daaraan schuldig maken; vijandelijkheden plegen; rouw pleg...

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Plegen

van een strafbaar feit is het met het door de wet vereischte opzet of met de door haar gevorderde schuld teweegbrengen van een door de wet niet gewild gevolg, verrichten van een verboden handeling of nalaten van een geboden handeling. Het p. wordt onderscheiden van het doen plegen, het medeplegen, het uitlokken en het medeplichtig zijn (WT. v. tr....

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

plegen

I. ('ple:gən) (pleegde, heeft gepleegd) 1. Veroud. verplegen. 2. verrichten, doen: een goede daad -; afgoderij -; een misdaad, misdrijf onrecht -; geweld, ontucht -; bedrog, fraude, oplichting -; diefstal -; verraad -; met iemand raad, (gemeen) overleg -. Syn. begaan. 3. in praktijk brengen: de deugd -. II. ('ple:gən) (placht, zond...

2024-04-29
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)