Wat is de betekenis van plagen?

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

plagen

plagen - regelmatig werkwoord uitspraak: pla-gen 1. voor de grap boos proberen te maken ♢ mijn broers plagen hun zusje altijd 2. erdoor gehinderd worden ♢ hij wordt geplaagd door kiespijn...

2024-04-27
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

plagen

Kunnen ontstaan als gevolg van een sterke toename van het aantal leden van een populatie; geboortecijfer is hoger dan sterftecijfer. Kan ontstaan door monocultures, door flora- en faunavervalsing: het al of niet opzettelijk invoeren van planten en dieren in gebieden waar ze niet thuis horen (importplagen) en waar de natuurlijke vijanden ontbreken (...

2024-04-27
Yiddish Slang

Fred Kogos (1966)

Plagen

Work hard, sweat out a job, suffer.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Plagen

v., pleagje; iem., immen narje hjitfolgje, tsjin immen oan sitte; elkaar —, inoar yn it hier, yn ’e faksen sitte hingje; geplaagd worden door rheumatiek, tangele sitte mei, bisocht wêze mei rimmetyk.

2024-04-27
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Plagen

plagen, kwellen; sich plagen, zich afsloven, zwoegen.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Plagen

(plaagde, heeft geplaagd), 1. (van God) iem. een plaag toezenden: de Here plaagde Pharao met grote plagen (Gen. 12 : 17); 2. kwellingen of overlast aandoen, doen lijden : een man met schuldeisers geplaagd; van ziekten: ik ben al weken met kiespijn geplaagd; mag ik u even plagen?, beleefdheidsformule als men iem:. een weinig o...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

plagen

plaagde, h. geplaagd (1 iem. kwellingen of overlast aandoen, hinder of last veroorzaken; 2 uit scherts of boosaardige lust lastig vallen, hinderen, kwellen; 3 iem. lastig vallen met het oog op enig doel; hem dringen om iets te doen, te geven enz.; 4 iem. kwellen, zijn gemoedsrust roven; 5 refl. zich kwellen, zich moeite aandoen, zich aftobben): 1 m...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

plagen

('pla:gən) (plaagde, heeft geplaagd) 1. Verh. een plaag, bezoeking, straf toezenden: de Heer die de volken plaagde in zijn verbolgenheid. 2. onaangenaamheid, verdriet, last aandoen: iemand met iets; geplaagd zijn, worden door, van iemand of iets; de reumatiek plaagt hem; met kiespijn geplaagd zijn, zitten. Syn. kwellen. 3. uit boosaardige...