Wat is de betekenis van piek?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

piek

1) (1906) (Barg.) gulden. Verwijst naar het beeld van de Nederlandse Maagd (als symbool van de vrije republiek sedert 1681) en afgebeeld (op één kant van de zilveren gulden) met een lans of piek (zie bijv. citaat uit De Volkskrant. 1991). De term was aan het begin van de twintigste eeuw eveneens populair in de studententaal. Ook wel:...

2024-04-26
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Piek

Zie Pike

2024-04-26
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

piek

gulden In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke vermeldt zowel piek, piekelman als pieterman voor ‘gulden’. Als voorbeeldzin geeft hij: ‘Dat was de man vier piek.’ De herkomst van piek is niet met zekerheid bekend. Men brengt het in verband met ...

2024-04-26
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

PIEK

Certificaat voor stille producten en voertuigen. De vrachtwagens en andere transportmiddelen die gebruikt worden bij het laden en lossen moeten voldoen aan de toegestane piekniveaus. Om zichtbaar te maken dat een voertuig of een ander transportmiddel stil is, hebben BMWT, FOCWA en RAI de Stichting Piek-Keur opgericht. Stichting Piek-Keur heeft een...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

piek

piek - zelfstandig naamwoord 1. het hoogste punt ♢ hij heeft de piek van de berg nog niet bereikt 1. de vakantiepiek [de tijd waarin de meeste mensen met vakantie zijn] 2. pl...

2024-04-26
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Piek

Piek - de piek (zijn piek) schuren: deserteren, vluchten. Eig. gezegd van een soldaat die onder het voorwendsel van zijn piek ( = lans met een platte ijzeren punt) te moeten schuren zich verwijdert en niet meer terugkeert (Stoett). Huizinga geeft een andere uitleg: wie met de piek ten strijde moest trekken, hield haar geveld. Wie haar schuurt, d.i...

2024-04-26
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

piek

(zn) capuchon WB.

2024-04-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

piek

piek - Speren met een stalen kop met een zeer scherpe punt en soms met een haak of een punt aan de zijkant, doorgaans 5 tot 6 meter lang en met een kleine blad- of ruitvormige kop; door de infanterie gebruikt als afweermiddel tegen de cavalerie van het eind van de 15e eeuw tot halverwege de 17e eeuw.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

piek

piek - penis; eig. ‘soort lans’(vgl. lans, speer, degen). P. kon u dus met zijn piek niet doorsteken?, Eros’ L. 155 [18e e.]. Ik... gleed uit de sofa, om me bij de hoog opgerichte piek neer te zetten. Ik opende de broek helemaal en bekeek en betastte alles met de grootste aandacht, M.M. 45 [1972]. Hierbij: piekeschuurster, schert...