Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Gepubliceerd op 11-02-2019

piek

betekenis & definitie

gulden

In 1906 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Boeventaal van Köster Henke. Köster Henke vermeldt zowel piek, piekelman als pieterman voor ‘gulden’. Als voorbeeldzin geeft hij: ‘Dat was de man vier piek.’ De herkomst van piek is niet met zekerheid bekend. Men brengt het in verband met piek in de betekenis ‘lans’; het zou dan zijn genoemd naar de beeltenis van de Nederlandse Maagd, die als symbool van de vrije republiek vanaf 1681 op één zijde van de zilveren gulden was afgebeeld met in haar hand een lans. Als min of meer vaste verbinding is aangetroffen de pieken laten springen voor ‘grof geld verteren’.

• En ze haalde haar blauwe rokje iets op en stopte de resteerende twee ‘piek’ in haar kous. ¶ J.C.L. Sand, Ratten van Amsterdam (1922), p. 110
• Flippie zou in één slag vijftien duizend piek in huis brengen! Wat zou z’n vader ook blij zijn! ¶ Piet Bakker, Kidnap (1952), p. 102. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.
• Ik had een enorm goeje betrekking. Ik was fietsjongen voor vijfendertig piekies in de week. ¶ Paul Rollman, Paul Rollman blijft ademhalen (1971), p. 88