Wat is de betekenis van Pied-a-terre?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

pied-à-terre

optrekje. optrekje dat iemand heeft naast zijn eigen huis om daar af en toe te verblijven, als dat handig is voor bv. werk of studie of in vakanties, meestal in een andere plaats dan waar hij woont. Voorbeelden: Hij woonde in een zijstraat van de Spiegelgracht, in een zeventiende-eeuws pandje dat zijn ouders voor hem hadden gekocht t...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pied-à-terre

pied-à-terre - zelfstandig naamwoord uitspraak: pjee-aa-tèr 1. extra woonruimte om af en toe te verblijven ♢ de politicus woont in Groningen, maar heeft een pied-à-terre in Den Haag Zelfstandig naamwoord: pjee-aa-tèr het pied-à-te...

2024-04-26
Maj de Bruin

Maj de Bruijn (2016)

Pied-a-terre

Een pied-à-terre is een tweede optrek die mensen naast hun eigen vaste huis hebben. Deze tweede woning staat bijna altijd in een andere plaats of ander land en wordt af en toe door de eigenaren bewoond. Een pied-à-terre is een tweede huis waarin men tijdelijk verblijft. Het kan voor verschillende redenen gebruikt worden, zoals een studie of werk v...

2024-04-26
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

Pied-à-terre

Hoe is pied-à-terre ('optrekje, buitenhuisje') ontstaan? a Het is een Franse verbastering van het Latijnse piëta terra (‘gewijde grond’). b Het is Frans voor ‘voet op de grond’, een militair bevel om van het paard af te stijgen. c Het is een verbastering van het Franse pièce de terr...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Pied-à-terre

[Fr. = lett.: voet aan de grond] 1 buitenhuisje, optrekje; 2 verblijfplaats voor korte tijd buiten zijn woonplaats in een plaats waar men regelmatig komt.

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Pied-à-terre

buitenhuisje; verblijfgelegenheid in een andere plaats

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Pied-à-terre

o., optrekje; verblijf, waar men niet woont, maar van tijd tot tijd komt.

2024-04-26
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Pied-à-terre

optrekje.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pied-à-terre

(Fr.), o., 1. optrekje, buitenhuisje; 2. gelegenheid tot verblijf voor iem. die elders woont: als ik te Arnhem ben, heb ik mijn pied-à-terre bij mijn zwager.