Wat is de betekenis van Palts?

Verblijfplaats van het hof van de Frankische vorst.

[Du. Pfalz, van ODu. pfalenza = paleis; vgl. palatium; zie paladijn) oorspr.: paleis of burcht der oude Duitse keizers; voormalig Duits vorstendom.

Palts [Lat. palatium, paleis], de tijdelijke residentie van de Koning in het → Frankische en het Duitse Rijk. De Koning trok van de ene palts naar de andere, om daar de door zijn onderdanen bijeengebrachte goederen te verteren. Daar de belastingplichtige burgers hun plichten meestal alleen in diensten of produkten konden voldoen, moest de vorst ze...

burcht van Duitse keizers (gesch.)

palts - Gebieden onder het bestuurlijk gezag van een paltsgraaf. Niet verdedigbare paleizen van vorsten, allereerst van de Frankische en Duitse keizers en koningen van het Heilig Roomse Rijk. Deze verbleven er tijdelijk met hun hofhouding en hielden er rechtszittingen.

[<Lat. palatium. paleis}, in de Merovingische en Karolingische tijd gebouwencomplex, de koningshoeve, bezit van de vorst, welke villae over het gehele rijk verspreid lagen. Door de produktenhuishouding, waarbij de vorst de bijdragen van zijn onderdanen slechts ten dele in geld en verder in diensten en/of produkten moest opeisen. moesten deze laa...

paleis, burcht, paltsgraaf

(<Hd.), v., 1. paleis, inz. als benaming voor de burchten waar de oude Duitse keizers zich bij afwisseling ophielden voor de rechtspleging: de Palts in de Rijn bij Kaub diende voor het heffen van tol. 2. naam van een voormalig Duits vorstendom, verdeeld in Opper- en Benedenpalts.

(van Lat. palatium, paleis), (1) naam voor de koningsburchten in het Frankische en middeleeuwse Duitse rijk; (2) voormalig Duits vorstendom, daarna gebied van Beieren, sedert 1946 deel van het land Rijnland-Palts. Vruchtbaar gebied met belangrijke landbouw en industrie. Hoofdstad Spiers.