Wat is de betekenis van Pair?

2024-04-28
Blockchain woordenboek

Redactie Ensie (2021)

Pair

pair is de verkorte benaming voor currency pair of trading pair.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Pair

hofridder

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Pair

edelman van gelijke stand als de koning in Frankrijk; lid van de Franse Kamer van Pairs (1818-1848); in Engeland = peer (zie aldaar); au pair: op voet van gelijkheid

2024-04-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Pair

I. even; pair ou impair, even of oneven; nombre pair, even getal; II. gelijke; pair, lid v. h. Eng.

2024-04-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

pair

I. 1. paar (twee, die bij elkaar behoren); span; paartje; 2. andere van een paar (handschoenen); that’s another pair of shoes, dat is wat anders; a pair of spectacles, een bril; a pair of trousers, een broek; II. paren; verenigen; III. (zich) paren; samengaan.

2024-04-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Pair

pair, rijksgrote.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pair

(Fr.), m. (-s), (leenst.) edelman die beschouwd werd in stand met de vorst op één lijn te staan; — in Frankrijk: elk der grote vazallen die de voorrang hadden boven de overige adel en die zitting hadden in het Parlement van Parijs; — in Groot-Britannië: lid van een der hogere rangen van de adel.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

pair

m. gelijke, iemand van gelijke rang; lid van het Eng. Hogerhuis (zie peer); vroeger: lid der eerste Kamer in Frankrijk.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pair

m. -s (Fr. [Lat. par]: eig. de gelijke [v.d. koning]: 1 hoge vazal van de oude Franse koningen; 2 1814-1848: lid van het hoogste wetgevende lichaam in Frankrijk, hoogadellijke titel): 1 de 12 pairs van Charlemagne; 2 de Kamers der pairs vervangen door de Senaat; verg. peer (Eng.); pairschap o. (de waardigheid van pair): zich op zijn pairschap ber...