Wat is de betekenis van pairen?

2024-04-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

pairen

(werkwoord) [ict] koppelen - Telkens als ik een nieuwe auto koop, moet ik die aan mijn telefoon koppelen om daarna handenvrij te kunnen bellen.

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pairen

pairen - regelmatig werkwoord uitspraak: -ren 1. er een verband tussen aanbrengen ♢ een nieuw hulpstuk moet je eenmalig pairen aan het hoofdapparaat Regelmatig werkwoord: -ren ik pair ...

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Pairen

het paarsgewijs niet stemmen van tegenovergestelde partijen (pol.)

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pairen

(heeft gepaird), (politiek) paarsgewijs niet aan een stemming deelnemen, te weten als lid van een regerings- en van een oppositiepartij, zodat afwezigheid van een dezer leden de stemming niet beïnvloedt.

Gerelateerde zoekopdrachten