Wat is de betekenis van Paalworm?

2024-04-26
Encyclopedie van de Zaanstreek

Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)

Paalworm

In zeewater levende mosselsoort van de orde der bladkieuwigen, die zich in het hout van palen, sluisdeuren, schepen enz. boort. De verwoestende paalworm (Teredo Navalis) is 20 tot 40 cm lang en werd vermoedelijk in de 17e eeuw door Oostindiëvaarders naar de Europese wateren gebracht. Aangezien het dier hier geen natuurlijke vijanden had en het...

2024-04-26
Encyclopedie van Zeeland

Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)

PAALWORM

(Terédo naval is). Behoort tot de hoofdafdeling weekdieren (Mollusca), klasse plaatkieuwigen (Lamellibranchia). Het lange, wormvormige lichaam is slechts voor een klein deel aan het kopeinde bekleed met de twee schelpkleppen. Uitwendig zijn deze voorzien van richels en tandjes. Hiermede kan het dier, dat in zee leeft, in hout boren en...

2024-04-26
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

paalworm

: Surinaamse paalworm (de, -en), wormvormig weekdier (Neoteredo); zie verder het cit. Een zeer merkwaardige soort is de Surinaamse paalworm (Neoteredo). Hij is 1 1/2 cm dik en meer dan een halve meter lang, leeft in brak water, boort in hout ( ) en komt in de getijdenzone voor (Enc.Sur. 617). Etym.: AN paalworm is een verwant dier dat o.m. voorkom...

2024-04-26
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

PAALWORM

In zee levende mosselsoort, die zich in het hout van palen, aanlegsteigers, schepen enz. boort; heeft 1730-40 grote verwoestingen aangericht aan de Fr. zeewering. Men zag er (als in de rundveepest) de straffende hand Gods in. Verschillende, soms lijvige, werken verschenen o.a. van W. v. Assen, R. B. en B. v. Gelder (1734).

2024-04-26
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Paalworm

is een tweekleppig weekdier (Mollusca), behorende tot de lam. lerediitidae en tot het gesl. 2 eredo, met een 20-30 cm lang lichaam en met een schelp aan de voorzijde, waarvan de 2 kleppen nog geen cm groot zijn. D.m.v. die 2 kleppen worden lange gangen geboord in hout, dat zich onder water bevindt. De gaatjes, waardoor de jonge dieren het hout binn...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Paalworm

s., pealwjirm, -woarm.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Paalworm

m. (-en), in zee levende mosselsoort van de orde der bladkieuwigen, die zich in het hout van palen en scheper boort; inz. de verwoestende paalworm (Teredo navalis).

2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Paalworm

weekdieren, leven in zee. Kleine schelp alleen om het voorste deel van het langgestrekte worm vormige, door een mantel omgeven lichaam. De schelpkleppen zijn van richels voorzien, die niet al te hard hout kunnen uitvijlen. De P. werkt zich al borende dieper het hout in, dat door talrijke gangen doorwoekerd wordt. Landingssteigers, sluisdeuren, sche...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Woordenboek voor praktische kennis

Dr. L.M. Metz (1937)

Paalworm

Een weekdier, dat in zee leeft en gangen boort in het hout van schoeiingpalen, meerpalen en scheepswanden, om zich met dat hout te voeden. In de 18de eeuw hield men bidstonden om bescherming tegen den paalworm af te smeeken. Men zegt, dat het hout van de schepen van Columbus, zoodanig door paalworm was beschadigd, dat het op een bijenraat geleek.Er...