Wat is de betekenis van Out?

2024-04-26
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

out

(bijvoeglijk naamwoord) [alg.] voorbij, passé, geweest, verleden tijd - 'Gitaargroepen zijn pass?', hoorde de impresario van The Beatles na hun auditie bij Decca. [sport] in zwijm, buiten kennis, buiten westen, bewusteloos; uit het spel, uitgespeeld - Na haar buitengewone krachtsinspanning, zakte ze in elkaar en lag een paar s...

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

out

(1964) (< Eng.) (drugs) bewusteloos; erg onder invloed zijn (van verdovende middelen). Tegenwoordig ook: dronken. • Henri, steunend op Barry en Rick, schoof met hinkende poot naar de deur, toen ze vlak bij de deur waren, greep ik Henri van achteren en gaf hem een vreselijke vuistslag op z’n kop. Maar hij ging niet out, draaide zich om...

2024-04-26
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Out

Zie Oude

2024-04-26
Jargon & Slang van Junkies en dealers

Marc De Coster (2017)

Out

Out - (Eng.) erg onder invloed zijn.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

out

out - bijwoord 1. buiten de lijn ♢ die bal was out! 2. niet meer bij bewustzijn ♢ hij ging na die drugs helemaal out 3. uit de mode, niet meer in tel ...

2024-04-26
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

out

→ eerste negen

2024-04-26
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Out

Out - (Eng.), buiten bewustzijn; uitgeteld - dit meestal ten gevolge van drugs- of drankgebruik. Jeugdtaal; sinds de jaren zeventig. Een week of zes geleden ging hij ‘out’ in een Amsterdams tramhokje. Nieuwe Revu, 14-01-98

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Out

uit de mode; buiten de lijn (sport)

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Out

bn., voorbij, uit de mode, passé: wat vandaag in is, kan vanavond weer — zijn.