oudheid
oudheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: oud-heid 1. de tijd van de oude Grieken en Romeinen ♢ dat stamt nog uit de oudheid Zelfstandig naamwoord: oud-heid de oudheid de oudheden...
Muiswerk Educatief (2017)
oudheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: oud-heid 1. de tijd van de oude Grieken en Romeinen ♢ dat stamt nog uit de oudheid Zelfstandig naamwoord: oud-heid de oudheid de oudheden...
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. het oud-zijn van iets: de oudheid van een geslacht; 2. lang vervlogen tijd, liet grijze verleden: de helden der oudheid ; de grijze oudheid, de oudste tijden; — (in ’t bijz.) de klassieke oudheid, veelal alleen de Oudheid, de tijd der oude Grieken en Romeinen ; het tijdperk tot aan de ondergang van het West-Romeinse Rijk (476) :...
M. J. Koenen's (1937)
v. in bet. 2 oudheden (1 het oud-zijn; 2 voorwerp uit oude tijd; 3 oude tijd): 1 de oudheid van een gebouw; 2 hij is koopman in oudheden, antiquiteiten; 3 in de grijze oudheid, in zeer oude tijden; de geschiedenis der oudheid; de helden der oudheid, nl. der oude geschiedenis.
Jozef Verschueren (1930)
('outheit) v. (...heden) I. Eig. het oud zijn: de van een gebouw. II. Metn. 1. Algm. oude tijd: in de grijze, hoge -. a. tijd van de oude Grieken en Romeinen: de studie van de klassieke -. b. oude tijd in de algemene → geschiedenis: de geschiedenis van de -. 2. a. Algm. voorwerp uit de oude tijd: museum van ...heden. b. Inz. ant...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., 1. het oud-zijn van iets: de van een geslacht; 2. lang vervlogen tijd, het verre verleden: de helden van de oudheid; de grijze oudheid, de oudste tijden; m.n. de klassieke oudheid, veelal alleen de oudheid, de tijd van de oude Grieken en Romeinen; het tijdperk tot aan de middeleeuwen; 3. (-heden), voorwerp uit oude tijd bewaard gebleven, ant...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: