Wat is de betekenis van Oudheid?

2025-03-28
*PREMIUM* Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Oudheid

v., 1. het oud-zijn van iets: de oudheid van een geslacht; 2. lang vervlogen tijd, liet grijze verleden: de helden der oudheid ; de grijze oudheid, de oudste tijden; — (in ’t bijz.) de klassieke oudheid, veelal alleen de Oudheid, de tijd der oude Grieken en Romeinen ; het tijdperk tot aan de ondergang van het West-Romeinse Rijk (476) :...

2025-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

oudheid

oudheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: oud-heid 1. de tijd van de oude Grieken en Romeinen ♢ dat stamt nog uit de oudheid Zelfstandig naamwoord: oud-heid de oudheid de oudheden...

2025-03-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

oudheid

verre verlede; voorwerp uit die ou tyd.

2025-03-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Oudheid

s., âldheit.

2025-03-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

oudheid

v. in bet. 2 oudheden (1 het oud-zijn; 2 voorwerp uit oude tijd; 3 oude tijd): 1 de oudheid van een gebouw; 2 hij is koopman in oudheden, antiquiteiten; 3 in de grijze oudheid, in zeer oude tijden; de geschiedenis der oudheid; de helden der oudheid, nl. der oude geschiedenis.

2025-03-28
Winkler Prins Junior

Winkler Prins Encyclopedie

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-03-28
Winkler Prins Junior

Winkler Prins Encyclopedie