oudheid
...
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. het oud-zijn van iets: de oudheid van een geslacht; 2. lang vervlogen tijd, liet grijze verleden: de helden der oudheid ; de grijze oudheid, de oudste tijden; — (in ’t bijz.) de klassieke oudheid, veelal alleen de Oudheid, de tijd der oude Grieken en Romeinen ; het tijdperk tot aan de ondergang van het West-Romeinse Rijk (476) :...
Muiswerk Educatief (2017)
oudheid - zelfstandig naamwoord uitspraak: oud-heid 1. de tijd van de oude Grieken en Romeinen ♢ dat stamt nog uit de oudheid Zelfstandig naamwoord: oud-heid de oudheid de oudheden...
M. J. Koenen's (1937)
v. in bet. 2 oudheden (1 het oud-zijn; 2 voorwerp uit oude tijd; 3 oude tijd): 1 de oudheid van een gebouw; 2 hij is koopman in oudheden, antiquiteiten; 3 in de grijze oudheid, in zeer oude tijden; de geschiedenis der oudheid; de helden der oudheid, nl. der oude geschiedenis.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: