Wat is de betekenis van Ouderling?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ouderling

m. (-en), 1. (Zuidn.) bejaard persoon, grijsaard ; 2. voorganger, bestuurder van een bepaalde categorie van mensen; — (bijb.) vertegenwoordiger van het volk in het Sanhedrin ; 3. (bij de eerste Christenen) door de Apostelen gewijde voorganger; 4. (Prot.) titel van die leden der gemeente, die naast de predikanten het opzicht hebben over de...

2025-07-16
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

ouderling

(1919) (schol.) iemand die zijn klas overdoet. • Een leerling, die voor de tweede maal in een klas zit, heet 'ouderling' of 'fossiel', ook wel eens 'veteraan'. De Sumatra post, 12/09/1919)

2025-07-16
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Ouderling

Ouderling, functionaris in de eerste christelijke gemeenten; nu bestuurslid van een protestantse kerkgemeente. In sommige bijbelvertalingen wordt het woord ouderling gebruikt voor Grieks presbùteroi en Latijn seniores; in andere vertalingen vinden we hiervoor ouders of oudsten (zoals in de NBG-vertaling en in de NBV). Zie bijvoorbeeld Matteüs 27:12...

2025-07-16
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

ouderling

bejaarde, oudere Hier zitten wij in naam van de verwaarloosde jeugd en de misdeelde ouderlingen, tout court in naam van de wet. (Marcel van Maele, Scherpschuttersfeest) Een ouderling in Nederland is een lid van een protestantse kerkenraad, niet noodzakelijk een bejaarde. Geen Algmeen Nederlands Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 1

2025-07-16
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

ouderling

(de, -en) in België meestal: bejaarde, oude man of vrouw. Schuin tegenover het museum verdient een andere eerbiedwaardige ouderling enige aandacht: een monumentale, knoestige kleinbladige winterlinde. - GvA, 27-07-2002.

2025-07-16
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

ouderling

ouderling - Bepaalde functionarisen of leiders van de kerk.

2025-07-16
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

ouderling

Ter aand. van een bejaard persoon: bejaarde; soms bep.: grijsaard, 65-plusser; in ’t mv. ook: ouden van dagen. Is men dan al dood en vergeten omdat je als ouderling in een tehuis leeft? Vrouw en Wereld juli/aug. 1975, p. 41. Er bestaan vergevorderde onderhandelingen om de Nielenaars, die in het Boomse ouderlingentehuis verblijven, ook...

2025-07-16
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ouderling

kerkraadslid vir geestelike werk, tug, ens.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

OUDERLING

is de Nederlandse weergave van het Griekse presbyter. In de Kerken van gereformeerde origine (Herv. en Gereformeerde Kerken) zijn ouderlingen de uit de leden der Kerk gekozen ambtsdragers, aan wie met de predikant(en) de geestelijke leiding der gemeente is toevertrouwd.