Wat is de betekenis van opwerken?

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

opwerken

opwerken - regelmatig werkwoord uitspraak: op-wer-ken 1. ervoor zorgen dat je een betere baan krijg ♢ hij heeft zich opgewerkt van vuilnisman tot directeur Regelmatig werkwoord: op-wer-ken ik werk op (... ik opwer...

2024-04-27
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Opwerken

van een boom noemt men in de bosb. het uitsnoeien, eventueel ontschorsen en verdelen van de stam in de gebruikelijke houtsortimenten.

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Opwerken

v., oparbeidzje; zich met inspanning, jin opwrotte.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opwerken

(werkte op, heeft en is opgewerkt), 1. door werken naar boven brengen: erts opwerken, uit de grond naar boven werken; — met moeite naar boven krijgen : een zware kist tegen de trap opwerken ; 2. (fig.) uit een minder gunstige toestand omhoog heffen; vooral wederk.: zich door eigen vlijt opwerken, vooruitgaan in de wereld; 3. grond opwerpen b...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

opwerken

werkte op, h., i. opgewerkt (1 v. beeldhouwwerk enz.: door het bewerken hoog doen opkomen; 2 afwerken of bijwerken; ook: opnieuw bewerken; 3 refl. zich met moeite overeind of naar boven brengen; 4 refl. zich uit de laagte of een minder gunstige toestand omhoog heffen; 5 langzamerhand naar boven gedreven worden, ook fig.; 6 van vaartuigen: in een ze...

2024-04-27
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Opwerken

→ Laveeren.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

opwerken

('op) (werkte op, opgewerkt) I. (heeft) 1. naar boven werken: een pak -. 2. zich -, uit een minder gunstige toestand vooruitkomen: hij heeft zich aardig opgewerkt. 3. door het bewerken hoog of hoger doen komen: snijwerk -. 4. opmaken, vormen: brood, boter -. 5. duidelijker doen uitkomen; een tekening -. II. (is) door werken naar boven ge...

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

opwerken

(werkte op, heeft en is opgewerkt), 1. (overg.) uit een minder gunstige toestand omhoog heffen; vooral wederk.: zich opwerken, vooruitkomen in de wereld; 2. grond opwerpen bij het maken van dijken enz,; 3. (beeldhouwwerk, snijwerk enz.) door het bewerken hoog doen opkomen; 4. door bewerken in de vereiste of in een betere toestand brengen: een ou...

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)