Wat is de betekenis van Opus?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Opus

(Lat.), o. (opera), -werk, gewrocht; magnum opus, een zeer groot werk; — (in ’t bijz., muz.) als een geheel beschouwd, door een nummer aangeduid werk van een componist; — (godg.) opus operatum, ieder werk dat de mens zonder eigen toedoen ten goede komt, objectieve werkzaamheden der sacramenten.

2025-07-17
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

opus

Opus is ambachtelijk werk, techniek. Het is een nadere aanduiding van wijzen van steenzetting (metselwerk) zoals door de Romeinen gebruikt: opus incertum, opus quadratum, opus caementicum, opus isodomon, opus reticulatum, opus spcatum, opus mixtum. Daarnaast zijn er nog een aantal die niet van Romeinse oorsprong zijn: opus scotium, opus gallicum, o...

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Opus

mv opera afk. op., [Lat. = werk] 1 werk van de geest, werk op het gebied van wetenschap, literatuur, muziek, beeldende kunst e.d., vnl. doch niet uitsluitend uit de oudheid of de ME; opus magnum hoofdwerk; opus postumum, nagelaten werk; opera omnia, alle werken (de verzamelde wer...

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Opus

werk

2025-07-17
Archeologische Encyclopedie

H. Arends (1962)

Opus

Rom. metselwerk; O. guadratum: opeenstapeling van rechthoekige blokken natuursteen; O. incertum: met kalkmortel verbonden, onregelmatig verbonden stenen; O. reticulatum: regelmatig netwerk van pyramide-vormige stenen.

2025-07-17
Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

opus

(Lat., werk), afkorting: op. Sedert begin 17de eeuw door vele componisten gebruikt voor nummering van hun werken.

2025-07-17
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

opus

opera, werk (mus.).

2025-07-17
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Opus

o., werk (mv.: opera)

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

opus

opus, werk [v. schrijver].