opstoken
opstoken - regelmatig werkwoord uitspraak: op-sto-ken 1. veel druk uitoefenen om iemand iets te laten doen ♢ zij heeft haar broer opgestookt om die inbraak te plegen 2. feller laten branden ♢ hi...
Muiswerk Educatief (2017)
opstoken - regelmatig werkwoord uitspraak: op-sto-ken 1. veel druk uitoefenen om iemand iets te laten doen ♢ zij heeft haar broer opgestookt om die inbraak te plegen 2. feller laten branden ♢ hi...
Walter De Clerck (1981)
(Iem.) (iets) voorzeggen: als ik iemand zie opstoken, krijgt hij direct een nul. Zie ook opsteken.
Van Dale Uitgevers (1950)
(stookte op, heeft opgestookt), 1. sterker doen branden: het vuur opstoken ; 2. stokende verbruiken, verstoken: al het hout opstoken; 3. (Zuidn.) influisteren, voorzeggen: de meester wil niet dat de kinderen opstoken ; 4. met woorden aanzetten tot (iets laakbaars); resp. door opwindende woorden ontevredenheid of verdeeldheid verwekken bij ; opzet...
M. J. Koenen's (1937)
stookte op, h. opgestookt (1 beter doen branden; 2 alles verbranden; 3 ontevredenheid tegen iem., twist verwekken; ophitsen): 1. de kachel opstoken; 2. al het hout opstoken; 3. twee jongens tegen elkaar opstoken.
Jozef Verschueren (1930)
('op) (stookte op, heeft opgestookt) 1. beter doen branden: de kachel -. 2. verstoken: wij hebben onze voorraad opgestookt. 3. door woorden tot iets kwaads opwekken: jongens tegen elkaar -. Syn. ➝ aandrijven.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(stookte op, heeft opgestookt), 1. sterker doen branden: het vuur opstoken; 2. stokend verbruiken, verstoken: al het hout opstoken; 3. ophitsen, opruien; 4.(gew.) vóórzeggen, influisteren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: