Wat is de betekenis van Ook?

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ook

vw. en bw., 1. bovendien, daarenboven: zo wie u op de rechter wang slaat, keert hem ook de andere toe (Matth. 5 : 39); — (versterkt) niet alleen..., maar ook: niet alleen ik, maar ook allen die de waarheid gekend hebben (2 Joh. 1); — ook nog, bovendien nog : moet ik dat nu ook nog beleven? — ik ben er óók nog, ik heb...

2025-07-14
Afkortingenlijst Vlaanderen

Team taaladvies (2020)

OOK

Vlaams Ouderenoverlegkomitee

2025-07-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ook

ook - bijwoord 1. net als iemand of iets anders ♢ Jan heeft ook een groot huis 1. ik ben er ook nog! [je moet mij niet overslaan!] 2. misschien ...

2025-07-14
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ook

bowendien; eweso; selfs.

2025-07-14
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ook

adv., ek.

2025-07-14
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

ook

bw., vgw. (1 bovendien, daarenboven; 2 evenzo, evenzeer; 3 als versterking van concessieve betekenis; 4 dienovereenkomstig, soms met dan; 5 in vragen: bijgeval, soms ongeveer = evenzeer): 1. niet alleen nuttig, maar ook aangenaam; zijn naam doet niets ter zake; ook ken ik die niet; ik ben er ook nog, ik heb het in mijn macht tussenbeide te komen;...