onwillig
onwillig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-wil-lig 1. wie laat blijken dat hij iets niet wil doen ♢ deze zaak heeft te maken met onwillige betalers 1. met onwillige honden is het kwaad hazen vangen ...
Muiswerk Educatief (2017)
onwillig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: on-wil-lig 1. wie laat blijken dat hij iets niet wil doen ♢ deze zaak heeft te maken met onwillige betalers 1. met onwillige honden is het kwaad hazen vangen ...
Fa. A.J. Osinga (1952)
adj. & adv., ûn-, tsjinwillich bekstallich; (van paarden), bekstallich; — om voor de wagen te worden gespannen (van paarden), weinflechtich, -raensk, -ronnich.
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw. (-er, -st), 1. niet gewillig, weerspannig : met onwillige honden is het kwaad hazen vangen ; hij blijft omvillig tot boete en terugkeer; bw.: onwillig gehoorzamen; 2. (Zuidn.) onopzettelijk, onwillekeurig: de dichtkunst is een behoefte van het hart, een vaak onwillige drift; — een onwillige manslag, b.v. door onvoorzichtigheid.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (niet gewillig; weerspannig): een onwillige knaap; onwillig te of tot; fig. een onwillige manslag, b.v. door onvoorzichtigheid; spreekw. Met onwillige honden is het slecht hazen vangen, die tegen hun zin een werk moeten verrichten, doen dit slecht.
Jozef Verschueren (1930)
(on’wiləch) bn. en bw. (-er, -st) 1. ongehoorzaam, weerspannig : een -e jongen; tot eerherstel. → hond. 2. door onvoorzichtigheid : een -e manslag.
J.H. van Dale (1898)
bn. bw. (-er, -st), niet gewillig, bezwaar makende tegen het verrichten of het ondergaan van eene handeling, weerspannig : met onwillige honden is het kwaad hazen vangen; hij blijft onwillig tot boete en terugkeer; onopzettelijk, onwillekeurig : de dichtkunst is eene behoefte van het hart, eene vaak onwillige drift; — een onwillige manslag, n...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: