Gepubliceerd op 11-11-2021

onwillig

betekenis & definitie

bn., bw. (niet gewillig; weerspannig): een onwillige knaap; onwillig te of tot; fig. een onwillige manslag, b.v. door onvoorzichtigheid; spreekw. Met onwillige honden is het slecht hazen vangen, die tegen hun zin een werk moeten verrichten, doen dit slecht.

< >