ontsluiting
ontsluiting - zelfstandig naamwoord uitspraak: ont-slui-ting 1. het open gaan ♢ sinds de ontsluiting van het gebied mag je daar wandelen 2. het open gaan van de baarmoedermond bij een geboorte ♢...
Muiswerk Educatief (2017)
ontsluiting - zelfstandig naamwoord uitspraak: ont-slui-ting 1. het open gaan ♢ sinds de ontsluiting van het gebied mag je daar wandelen 2. het open gaan van de baarmoedermond bij een geboorte ♢...
Marc de Coster (2007)
Ontsluiting -eerste periode van een bevalling waarbij de baarmoedermond zich opent als gevolg van het regelmatig samentrekken van de baarmoeder (de weeën). De druk die hierdoor wordt uitgeoefend op de vochtblaas maakt de ontsluiting totaal, zodat de vliezen breken.
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
activiteit die beoogt volgens een bepaalde methode het (terug) vinden van documenten of in documenten opgeslagen informatie mogelijk te maken.
Oosthoek (1984)
ligging en aard van de verkeersvoorzieningen binnen een bepaald gebied (een landbouwgebied, een woonwijk, een bos enz.), alsook de mate waarin een gebied door verkeersvoorzieningen met andere gebieden verbonden is. Tot de verkeersvoorzieningen rekent men o.m. wegen, kanalen, rivieren en spoorbanen, maar ook wandelpaden, fietspaden en ruiterpaden. B...
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
Onder O. verstaat men het bereikbaar maken van boerderijen en grond door aanleg of verbetering van wegen. Voor rationele uitoefening van de landbouw is een goed stelsel van verharde wegen onontbeerlijk. Het transport van een volle boerenwagen is over onverharde wegen ca. tweemaal zo moeilijk als over verharde; praktisch verdubbelt dus een onverhard...
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
het, door de weeën gedurende het eerste tijdperk der baring „verstrijken” van de baarmoederhals (cervix) en openrekken der baarmoedermond (portio). De door de vruchtvliezen gevormde vochtblaas (zie aldaar) speelt tijdens het begin hiervan een rol. Door de oprekking van de baarmoederhals ontstaat een licht bloedige afscheiding, een...
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. het ontsluiten. 2. (-en), (geol.) iedere plaats waar de aardlagen van onder het verweringsdek aan den dag komen.
Redactie Gerrit Krediet, Jan Baert, Jac. Bot, Salomon Kleerekoper (1950)
De ontsluiting brengt ons bij de verwachte delfstof. De ligging daarvan moet ons al enigszins bekend zijn door een dagzoom, een boring, door oude werken in de buurt enz. Bevindt de afzetting zich in een heuvel en moeten wij hem van een dal uit zien te bereiken, dan wordt er een tunnel heen gedreven; deze wordt een weinig oplopend gemaakt, b.v. 1 :3...
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
(geologie) is een plaats in de natuur, waar het vaste gesteente aan de dag treedt, d.w.z. het gesteente, dat onder de verweringslaag en onder het puin voorkomt. Naast natuurlijke ontsluitingen, zoals dalwanden, onderscheidt men kunstmatige, zoals steengroeven, insnijdingen, tunnels en putten.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: