Wat is de betekenis van ons?

2024-04-25
Dating­woorden­boekje

Vivien Waszink en Laura van Eerten (2023)

ONS

afkorting van onenightstand, seks voor één nacht.

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

ons

ons - Persoonlijk voornaamwoord 1. 1e persoon meervoud als (direct of indirect) object of na een voorzetsel; Hij zag ons in de stad. Hij heeft ons dit gegeven. Hij doet het voor ons. ons - ...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

ons

ons - voornaamwoord, zelfstandig naamwoord 1. eerste persoon meervoud, object ♢ wie helpt ons? 2. bezittelijk: het is van mij en van die ander(en) ♢ dit is ons huis 3. 100 gra...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

ons

in België vaak niet verbogen. - ons kat, onze. - ons vader en ons moeder, vader en moeder. - ons Mieke, Mieke.

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

ons

16de deel van ‘n pond gewig; eerste pers. mv (pers. vw).

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Ons

pron., ;ús; het, de onze, uzes; bij to uzes.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Ons

I. (<Fr.-Lat.) o. (-en), 1. (veroud.) twaalfde deel van een pond, vgl. Once. 2. hectogram = 0,1 kg. II. 3e en 4e nv. v. d. 1ste pers. mv. v.h. pers. vnw.: zij gaven ons de schuld; je hebt ons niet gezien. III. bez. vnw. 1ste pers. mv.: ons boek; ons huis; onze broeder; het Onze Vader; — Onze Lieve Beer, God; — Onz...