Wat is de betekenis van Omzweven?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Omzweven

I. (zweefde om, heeft en is omgezweefd), 1. om iets heen zweven: de schim zweefde driemaal het graf om; 2. zich zwevende in de rondte bewegen: de globen die in ’t oneindige omzweven; 3. her- en derwaarts zweven: gelijk een duif gerust en stil in de lucht omzweeft en op haar vlugge pennen hangt (Vondel); (dicht.) zijn geest...

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

omzweven

1. zweefde om, h. omgezweef d (om iets heen zweven): de vogel zweefde zijn nest om; 2. omzweefde, h. omzweefd (lit. t. zwevend omgeven): wierookwolken omzweven het altaar.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

omzweven

1. ('om) (zweefde om, heeft omgezweefd) eromheen zweven: de adelaar zweefde enige malen zijn nest om. 2. ('zwe:vən) (omzweefde, heeft omzweefd) zwevend omgeven: de duiven plachten hem te -; sombere wolken omzweefden zijn voorhoofd.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Omzweven

Omzweven (zweefde om, heeft en is omgezweefd), om iets heen zweven: nauwelijks was de bevallige danseres de zaal omgezweefd, of daar stortte zij plotseling neder; de schim zweefde driemaal het graf om; — zich zwevende in de rondte bewegen: de globen die in ’t oneindige omzweven; — her- en derwaarts zweven: eene duif die gerust en...

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten