Wat is de betekenis van Natuurvolken?

2024-04-30
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Natuurvolken

grote groep volken, zich psychologisch, sociaal en economisch onderscheidende van de cultuurvolken; staan passief tegenover de natuur, in plaats van haar dienstbaar te maken.

2024-04-30
Ensie 1947

Redactie H.A. Enno van Gelder, Jakob Pieter Kruijt, Jan van den Brink, Johan Valkhoff (1947)

Natuurvolken

VERSPREIDING EN INDELING DER NATUURVOLKEN. CULTUURTRAPPEN EN CULTUURKRINGEN. THEORIEËN EN METHODEN Het ongeschoolde oog ontdekt veel gemakkelijker de kloof die de natuurvolken van de cultuurvolken scheidt, dan de tussen de natuurvolken onderling bestaande verschillen in eigenschappen en beschaving. In hoofdzaak wordt het lekenoordeel dan ook b...

2024-04-30
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Natuurvolken

algemeene benaming v. volken, die op een laag cultureel peil staan.

2024-04-30
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Natuurvolken

Minder juiste naam voor volken met → primitieve cultuur.

2024-04-30
Muziek lexicon

Mr. G. Keller en Philip Kruseman (1932)

Natuurvolken

Muziek en dans zijn bij N. meestal spontane uitingen, soms van persoonlijke, vaker van gemeenschappelijke gevoelens. Zij vormen bijna altijd deel van godsdienstige plechtigheden en staan dan in nauw verband met magie. De magische handeling brengt het voortdurend herhalen van extatische lichaamsbewegingen en het steeds weer reciteeren of zingen van...

2024-04-30
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Natuurvolken

Het woord natuur kan tweeërlei beteekenis hebben: 1. Het wezen der dingen. Zoo kan men spreken van de natuur des menschen. 2. De wereld rondom ons. In dien zin wordt het bedoeld in uitdrukkingen als: de schoonheid der natuur; de levende natuur. In het woord natuurvolk werd natuur oorspronkelijk in de eerste beteekenis gebezigd. Men meende, da...

2024-04-30
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Natuurvolken

Natuurvolken. - Met n. bedoelt men de kultuurarme volksstammen, in tegenstelling met de oude en jonge volken of halfkultuurvolken. Het geestesleven der n. is uiterst moeilijk te benaderen. Volgens sommigen leven zij in een geheel andere gedachtenklimaat dan wij, waardoor ook hun logica een geheel andere is dan de onze. Zij nemen anders waar en druk...

2024-04-30
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

natuurvolken

o. (mv.), primitieve volken.