Muziek en dans zijn bij N. meestal spontane uitingen, soms van persoonlijke, vaker van gemeenschappelijke gevoelens. Zij vormen bijna altijd deel van godsdienstige plechtigheden en staan dan in nauw verband met magie.
De magische handeling brengt het voortdurend herhalen van extatische lichaamsbewegingen en het steeds weer reciteeren of zingen van tooverformules mede. Hieruit volgt het nauw verband van muziek en dans, dat ook op hooger cultuurtrap nog bestaat (drama). Ook verklaart dit de talrijke sporen van geestelijken oorsprong der profane muziek in meer ontwikkelde beschavingen.Ieder natuurvolk beschikt slechts over een gering aantal melodische en rhythmische vormen, die steeds weer opnieuw zonder wezenlijke veranderingen worden aangewend. Voor de vorsching van de muziek der N. wordt veel gebruik gemaakt van phonographische opnamen. Het zou wenschelijk zijn, in de toekomst deze studie op snelle wijze te intensiveeren, voordat de invloed der Europeesche beschaving de laatste wezenlijke sporen van de muziek der N. heeft uitgewischt. Toch is reeds een uitgebreid materiaal van studiewerken op dit gebied voorhanden. Men raadplege o.a. Sammelbande fiir vergleichende Musikwissenschaft, herausgegeven von C. Stumpt und E. M. von Hornbostel, Deel I, München 1922.
