Morgen, morgen
1. Morgen: morgen, ochtend; morgen (landmaat); gen Morgen, naar het oosten. 2. Morgen: de naaste toekomst. 3. morgen: morgen; morgen früh, morgen in de vroegte, morgenochtend.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
1. Morgen: morgen, ochtend; morgen (landmaat); gen Morgen, naar het oosten. 2. Morgen: de naaste toekomst. 3. morgen: morgen; morgen früh, morgen in de vroegte, morgenochtend.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: