Wat is de betekenis van moes?

2024-04-26
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

moes

Het begrip moes heeft 2 verschillende betekenissen: 1) tot brij gekookte groente of vruchten. fijngehakte en tot brij gekookte groente of vruchten. 2) groente. groente. Alleen nog als tweede lid in een aantal samenstellingen.

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

moes

(18e eeuw) (Vlaanderen, vnl. Veurne en Sint-Niklaas, Barg.) geld. Zie ook: moos*. • Moes (alleen in het enkelvoud). Ontleend aan het algemeen Bargoens. Volgens Or H. W. Keim staat het vermeld in het eerste uitgebreid vocabularium der Berlijnse dieventaal, verschenen in 1647. Samen met andere oude Bargoense woorden uit de Duitse landloperstaal...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

moes

moes - Zelfstandignaamwoord 1. (voeding) fijngehakte of fijngekookte groente of vruchten 2. (verouderd) aanduiding van planten waarvan voedsel bereid kan worden moes - Zelfstandignaamwoord 1. (spreektaal) (koosnaam) moeder, moe, mama Kijk, dáár, dáár was de achtergalerij, en dáár stond...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

moes

moes - zelfstandig naamwoord 1. fijn gehakte of fijn gekookte groente of vruchten ♢we maken moes van deze appels Zelfstandig naamwoord: moes de moes

2024-04-26
Culinair van a tot z

Peter Joh. M. Zuidweg (2016)

moes

a. Pureeachtige samenstelling, die verkregen kan worden van zaden, peulvruchten, vruchten, tomaten, groenten, rabarber e.d. b. Gerechten van fijngehakte groenten of een tot brij gekookte vruchten, zoals bijvoorbeeld appelmoes ​

2024-04-26
Lexicon Beeldende Kunstenaars

Pieter Scheen (1980)

Moes

Wilhelmina Walburga (‘Wally’); geb. Amsterdam 16 oktober 1856, overl. Laren (N.H.) 6 november 1918. Woonde en werkte in Amsterdam (Dusseldorf en Parijs) tot 1898, daarna in Laren (N.H.). Leerlinge van de Rijksakademie te Amsterdam (1876-1878 en 1880-1884) oJ.v. A. Allebé en van R. Burnier te Dusseldorf Schilderde, tekende en etst...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

moes

fyngemaakte, fyngekookte vrugte- of groentegereg.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Moes

s.n., smots (de & it); tot — maken, smotskje; tot — koken, oan smots siede.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)