missus
(moeder de) vrouw; the missus, (mijn) mevrouw [v. dienstboden].
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ūs, m. 1. het zenden, afzenden, missu Caesaris, door C. gezonden, Caes.; het werpen, worp, pili, Liv. 2. meton., schot; gang (der gladiatorenspelen), ren, rit (der wedrennen).
Direct toegang tot alle 4 resultaten over Missus?
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Missus - 1) in den Merovingischen tijd de persoon, die door den koning met een bijzondere opdracht naar een of ander gouw werd gezonden. Men noemt hem daarom m. dominicus (koningsbode) 2) in den Karolingischen tijd was de m. (dominicus), belast met ’t toezicht over enkele graafsch., die te zamen een missiatica vormden. In elke missiatica waren 2 mi...
Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel lid van Ensie en geniet van alle voordelen: