Wat is de betekenis van meubel?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

meubel

1) (18e eeuw) (meestal voorafgegaan door 'lastig') ongemakkelijk, knorrig of lastig persoon. Vroeger zei men ook: 'een moeilijke pispot' (o.a. in het werk van Huygens). • Xantippe, die ... als een heel lastig meubel uitgekreten wordt. (A. Fokke Simonsz.: Verza-meling der Werken van A. Fokke Simonsz. 12 dln. 1830-1835) • Jufvrouw broes, j...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

meubel

meubel - Zelfstandignaamwoord 1. een voorwerp dat behoort tot de inrichting van een kamer, zoals een bank, stoel, tafel, kast, bed et cetera Er stonden zo veel meubels in de winkel dat hij niet wist welke hij moest uitzoeken. meubel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud te...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

meubel

meubel - zelfstandig naamwoord uitspraak: meu-bel 1. voorwerp voor in de huiskamer ♢stoelen en tafels zijn meubelen Zelfstandig naamwoord: meu-bel het meubel de meubels of -en ...

2024-04-27
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Meubel

(meestal voorafgegaan door lastig) ongemakkelijk, knorrig of lastig persoon. Vroeger zei men ook: een moeilijke pispot (o.a. in het werk van Huygens). Xantippe, die als een heel lastig meubel uitgekreten wordt. (A. Fokke Simonsz., Verzameling der Werken van A. Fokke Simonsz. 12 dln, 1830-1835) ‘Je rekent dus de doven zo'n beetje onder d...

2024-04-27
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

meubel

- de meubels redden, redden wat er te redden valt. ‘We gaan alleen nog de meubels redden.’ Zo vatte staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling Olivier Deleuze laconiek de uiterst moeilijke onderhandelingen samen op de Wereldtop voor Duurzame Ontwikkeling in Johannesburg. - DS,

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Meubel

s.n., meubel (it), stik húsrie (it).

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Meubel

(<Fr.), o. (-s, -en), 1. stuk huisraad, inz. dienende tot het stofferen van een vertrek (tafel, stoel, kast, bed enz.): de meubels staan nog niet op hun plaats; 2. (fig.) persoon (in zijn betr. tot anderen): een onnut, lastig meubel.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Meubel

(Fr. meuble, van Lat. beweeglijk), huisraad voor gebruik en/of versiering, door de eeuwen aan stijl (meubelstijl) onderhevig. Oud-Egypte kende slanke vormen van stoelen, doodsbedden, kisten; de antieke Gr. en Rom. beschaving liet slechts weinig (marmeren tafels, bronzen stoelen, houten ligbanken) na. De Middeleeuwen brengen met voorstellingen verlu...