Wat is de betekenis van merken (bespeuren)?

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

merken (bespeuren)

(merkte heeft gemerkt), bemerken, bespeuren, waarnemen, gewaarworden: hij heeft er nog niets van gemerkt; ik hield mij of ik niets merkte; de aanwezigheid van iemand of iets gewaarworden: je merkt ze haast niet; iets laten merken, bedekt te kennen geven; zij liet duidelijk merken dat het haar verveelde; (gew.) merk, merk wel!, let wel.