Manipel
(<Lat.), m. (-s), 1. troepenafdeling in het Romeinse leger: de manipel bestaat uit twee centuriën; 2. (R.-K.) liturgisch siergewaad, t.w. een strookvormige doek die door de priester aan de linkerarm wordt gedragen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Lat.), m. (-s), 1. troepenafdeling in het Romeinse leger: de manipel bestaat uit twee centuriën; 2. (R.-K.) liturgisch siergewaad, t.w. een strookvormige doek die door de priester aan de linkerarm wordt gedragen.
H.L.Kok (2002)
Strook stof, meestal in de kleur van het misgewaad (kazuifel), die door de priester tijdens het opdragen van de mis aan de linkerpols wordt gedragen.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
1. [Lat. manipulus = lett.: handvol, van manus = hand, en plere = vullen] (gesch.) bep. infanterie-legerafdeling (nominaal 200 man) bij de Romeinen, bestaande uit 2 centuriae (100 man). 2. [v. Lat. manipulus = ook: handdoekje] (rk) dubbelgevouwen strook stof die gedurende de mis om de...
Getty Research Institute (1990)
manipel - Lange, nauwe sierbanden met over het algemeen franjes aan beide uiteinden die over de linkerarm dicht bij de pols worden gedragen door priesters, diakens en onderdiakens.
Prof. dr. J. Nuchelmans - Dr. J.H. Brouwers (1976)
Manipel (latijn manipulus), onderdeel van een romeins legioen. Elk legioen was verdeeld in dertig manipels, tien manipels van ieder ca. 120 → hastati, tien van ieder ca. 120 principes en tien van ieder ca. 60 triarii. Elke manipel bestond weer uit twee centuriae van 30 a 60 man; de centurio van de rechter ...
Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)
(= handdoekje), liturgisch gewaad, in den vorm van een dubbelgevouwen strook halfzijde, met één of drie kruisjes versierd, dat door geestelijken van den rang van → subdiaken af tijdens het H. → Misoffer en enkele andere daarmede in verband staande liturgische plechtigheden aan den linkeronderarm gedragen wordt. Waardigheidst...
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
stool, die de priester om de linkerarm draagt bij de bediening der mis; Romeinse legereenheid.
Prof. dr. J.C. Groot (1955)
(Lat.: manipulus, handdoek]e) is een onderdeel van de liturgische kleding, dat gedragen wordt door bisschoppen, priesters, diakens en subdiakens, en wel uitsluitend gedurende de mis. Het is een dubbelgevouwen strook, vervaardigd van dezelfde stof en in dezelfde kleur als de kazuifel, en om de linker benedenarm bevestigd. De oorsprong er van is niet...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: