Wat is de betekenis van loopje?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Loopje

o. (-s), 1. kleine, korte loop: een loopje nemen (alvorens over iets te springen); — op een loopje, op een drafje; 2. wandelingetje: een loopje doen, maken; — (gew.) kleine afstand die men wandelt: 't is maar een loopje van hier; 3. (muz.) lopende figuur, reeks van snel gespeelde of gezongen op- of afgaa...

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

loopje

loopje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord loop

2025-07-16
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

loopje

(het; -s) 1 SP - kleine, korte loop, bv. een loopje nemen alvorens over iets heen te springen. 2 AF - wandelingetje

2025-07-16
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Loopje

In oliemolens. de hoeveelheid (geplet) zaad die de kantstenen tegelijk konden verwerken.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

loopje

o. loopjes (1 kleine korte loop; 2 kunstje, kunstgreep, foefje): 1. na een klein loopje, sprong hij (meestal: aanloop); 2. bij ‘t rekenen de loopjes kennen; weet jij er een loopje op? nog: hij wil een loopje met ons nemen, voor den mal honden.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

loopje

('lo:pjə) o. (-s) vklw. van → loop.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

loopje

o. (-s), 1. kleine, korte loop: een loopje nemen (alvorens over iets te springen); op een loopje , op een drafje; 2. wandelingetje: een loopje doen, maken; 3. (muziek) lopende figuur, reeks van snel gespeelde of gezongen op of afgaande korte noten, diatonisch of chromatisch; 4. listige trek, streek; een loopje met iemand nemen, iemand voor de ge...

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Loopje

Loopje o. (‘s), kleine, korte loop: een loopje nemen (alvorens over iets te springen); — een loopje kruit, eenig kruit, in langwerpige of gekronkelde richting op den grond gelegd en dan aangestoken; — listige trek, streek; (fig.) kunstgreep: hij weet er wel een loopje op; de loopjes kennen; — (spr.) een. loopje met iem. ne...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)