Wat is de betekenis van Loco?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

loco

1) (1980+) (< Sp.) gek, maf, niet goed wijs. Syn. zijn o.a.: daabs*; gaga*; geknitterd*; geschift*; geschouterd*; geschuffeld*; getikt*; half* gaar; horlewiebes*; kachel*; knetter*; knots*; knotskierewiet*; koekoek*; koekwaus*; krankjorem*; kuuks*; leip (lijp)*; maf*; mataglap*; mesjogge*; stapel*; temmesch (temmes)*; tierelier(e)*; toqué...

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Loco

[Lat. = lett.: op de plaats; van locus = plaats] 1 (muz.) op de gewone plaats (in plaats van een octaaf hoger zoals daarvóór); 2 (hand.) ter plaatse aanwezig, of zoals het ter plaatse ligt, d.w.z. beding dat de kosten van vervoer voor rekening van de koper zijn; loco-affaire, transact...

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Loco

op de gewone plaats (muz.); ter plaatse (hand.)

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Loco

op de plaats, ter plaatse; in de handel: ter plaatse (van goederen); in samenstellingen: plaatsvervangend, waarnemend; in loco, ter plaatse; loco citato, op de aangehaalde plaats

2024-04-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Loco

loco; loco Berlin, loco Berlijn, in Berlijn te leveren.

2024-04-28
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

loco

zie luogo.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Loco

(Lat.), bw., 1. (muz.) op de gewone plaats: aanduiding dat de noten die een octaaf hoger gespeeld waren, nu weer op de gewone plaats staan ; 2. (kooph.) ter plaatse : goederen loco verkocht, d.w.z. op de plaats waar zij zich bevinden (b.v. loco-fabriek), zodat alle verdere kosten van vervoer enz. ten laste van de koper zijn ; — (in samenst.)...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Lŏco

1. in ’t alg., plaatsen, leggen, zetten, oprichten, castra, opslaan, Cic. | overdr., stellen, zetten; vand. locatum esse in alqa re, op iets berusten, Cic. 2. in ’t bijz., een onderkomen bezorgen, vand. uithuwelijken, alqm alci nuptiis, Enn., virginem alci nuptum, Ter.; inkwartieren, novis hibemaculis,...