Wat is de betekenis van linker?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

linker

linker - Bijvoeglijk naamwoord 1. aan die zijde van het lichaam waar gewoonlijk het hart zit Waar is de linker handschoen gebleven? linker - Zelfstandignaamwoord 1. (informatica) link-editor (programma om diverse sourcecodes te 'linken') linker - Bijvoeglijk naamw...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

linker

linker - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: lin-ker 1. wat links zit ♢ met mijn linkeroog zie ik niet veel 1. laat je linkerhand niet weten wat je rechter doet [schep niet op over wat je goed doet]...

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Linker

adj., lofter.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Linker

I. m. (-s), 1. (veroud.) valsaard, bedrieger, schelm; 2. vent, kerel. II. bn., het tegengestelde van rechter ; behalve in elliptisch gebruik (:bedoel je de linker of de rechter?) bijna uitsluitend in samenstellingen: hij sprak het meest tot zijn linker buurman.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

linker

I. m. linkers (vero., lit. t. bedrieger, deugniet, schavuit; ook: schalk, slimmerd); ook, linkerd volkst. II. bn. (eig. aan de zijde van het lichaam waar het hart is, inz. in samenkoppelingen). III. v. (linkerhand): i. d. linker.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

linker

[➝ link] I. bn. [ter linkerzijde] 1. aan de zijde waar men het hart voelt kloppen: zijn rechterbeen over het slingeren. Tgst. rechter. 2. verkeerd. II. v. linkerhand: hij hield het boek in de -. III. m. (-s) W.g. 1. bedrieger, valsaard. 2. guit, slimmerd. Opm. Linker (I 1) vormt met een groot aantal zelfstandige naamwoorden koppelingen en w...

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

linker

bn., het tegengestelde van rechter; behalve in elliptisch gebruik (bedoel je de linker of de rechter?) bijna uitsluitend in samenst.: hij sprak het meest tot zijn linkerbuurman.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)