Wat is de betekenis van LEEUWEN, Jacob van?

2025-07-17
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Leeuwen, Jacob van

(Nieuwkoop 29.4.1787 - Leeuwarden 12.7.1857). Griffier van het Provinciaal Gerechtshof (1828), archivaris-bibliothecaris (1840) en geschiedkundige. Medeoprichter Taal- en Letterkundig Genootschap Constanter (1819). In 1826 publiceerde hij over de overstromingen in Fryslân van 1825 en later was hij betrokken bij de uitgaven It aade Friesche terp en...

2025-07-17
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

LEEUWEN, Jacob van

griffier (Nieuwkoop 29.4. 1787-Lwd. 12.7.1857). Geen academische vorming, trad in Lwd. sterk naar voren. Schreef 1826 overzicht der overstromingen van 1825. Met A. v. Halmael richtte hij het gezelschap ‘Constanter ’ op. Beoefende de Fr. geschiedenis en deed mee in het Fr. Genootschap. Werd archivaris-bibliothecaris (1840). Gaf o.a. d...

2025-07-17
NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Leeuwen, jacob van

LEEUWEN (Jacob van), zoon van Cornelis van Leeuwen en Grietje Oudshoorn, geb. te Nieuwkoop 29 April 1787, gest. te Leeuwarden 12 Juli 1857, genoot onderwijs in zijn geboorteplaats en te Leiden. Hij zou eerst landbouwkundige, daarna notaris worden, maar kwam ten slotte tot het besluit om voor predikant te studeeren.